donderdag 8 oktober 2009

Noodtoestant en repressie in Honduras onverminderd gehandhaafd


Van de redactie - De politieke crisis in Honduras is in een nieuwe fase beland. Op 7 oktober is een delegatie van ministers van Buitenlandse Zaken van de OAS in Tegucigalpa aangekomen voor een bemiddelingspoging. Eerder had het Micheletti-bewind een delegatie de toegang geweigerd.  


De onderhandelingen vinden plaats in een situatie die zich ingrijpend heeft gewijzigd sinds de staatsgreep van 28 juni. Met de terugkeer van Zelaya op 21 september is het verzet onder de bevolking tegen de coupplegers in omvang en kracht gegroeid, is de internationale druk op het bewind toegenomen en dwingen de aanstaande verkiezingen van 29 november tot een snelle oplossing van de crisis.

Het Micheletti-bewind heeft een aantal maatregelen genomen om het verzet van de bevolking te smoren. Op zaterdag 27 september liet het een decreet [PCM-M-016-2009] in La Gaceta publiceren, waarin voor 45 dagen de noodtoestand werd uitgeroepen en alle burgerlijke vrijheden werden opgeschort. Vrijheid van meningsuiting en vergadering, samenscholing en vrij verplaatsen, zijn verboden. Vreemd genoeg was het besluit hiertoe al dinsdag 22 september genomen, een dag na de aankomst van Zelaya. [1]
Het Micheletti-bewind heeft de Braziliaanse regering 10 dagen de tijd gegeven om duidelijkheid te geven over de status van Zelaya, anders wordt de diplomatieke status van de ambassade opgeheven. [2]


Repressie
De oppositionele media is volledig monddood gemaakt. Radio Globo en de televisiezender Canal 36, die beiden tegen de staatsgreep waren en als enige berichtten over wat er gebeurde in het land, zijn gesloten en alle apparatuur is weggehaald. Het gevolg is dat de bevolking niets meer te horen of zien krijgt en aangewezen is op internet voor informatie. [3]

Het regime heeft met geweld een einde gemaakt aan de bezetting van het Nationaal Agrarisch Instituut (INA). Daarbij zijn zeker 55 personen gearresteerd. Het INA was gevormd om landbouwhervormingen door te voeren. De boeren hadden het instituut meteen na de staatsgreep bezet om het archief van 40 jaar strijd voor recht op land, dat voor het eerst onder president Zelaya steun had gekregen, te beschermen. [4]
President Zelaya heeft verklaard dat er meer dan 100 doden zijn gevallen, als gevolg van het optreden van de politie en het leger. “Ze hebben honderden gevangen genomen en gemarteld en er zijn duizenden gewonden door het optreden van de politie en het leger.” Hij heeft politieagenten en militairen opgeroepen het geweld te staken, anders zullen ze vervolgd worden, zowel nationaal als internationaal, zodra de constitutionele orde is hersteld.

De politieke partijen in het parlement heeft hij gevraagd het decreet van de noodtoestand ongedaan te maken. [5] Hij heeft verder een klemmende oproep gedaan aan de internationale
gemeenschap om de Braziliaanse ambassade en het Hondurese volk te beschermen. “Er wordt een moord op mij gepland en we zien brutaal geweld tegen een vreedzaam volk.” [6]
“Het Hondurese volk lijdt onder een brutale agressie en met een onderdrukking. Het land is in een repressieve dictatuur terecht gekomen. De internationale gemeenschap heeft gehandeld en dat waardeer ik, maar ik constateer dat het nog niet voldoende is geweest.” [7]
In een interview met Telesur verklaarde hij dat er in Honduras geen enkele oppositie mogelijk is, niet van de media, niet van politieke partijen en dat het daarom onmogelijk is om geloofwaardige verkiezingen te houden. [8] Op 7 oktober verklaarde hij tegenover de delegatie van de OAS dat hij voor 15 oktober hersteld moet zijn in z’n functie om als staatshoofd het land te leiden naar de verkiezingen van 29 november. [9]
Eerder, op 5 oktober, zei Zelaya in een telefonische interview met Telesur dat over herstel in zijn functie als grondwettelijk staatshoofd niet te onderhandelen valt en dat hij van Amerika en Europa een ondubbelzinnige afwijzing van militaire staatsgrepen vraagt. [10] Hij zei verder in het interview: We zijn vastbesloten dat de soevereiniteit van het volk gerespecteerd wordt en we gaan voor niets in de wereld op onze knieën voor een dictatuur.” [11]
Op 6 oktober heeft Zelaya een officiële regeringsverklaring uitgegeven waarin de onmiddellijke vrijlating wordt geëist van de politieke gevangenen, inclusief de boeren die zijn gearresteerd bij de ontruiming van het INA-kantoor, stopzetting van de repressie van de bevolking en de heropening van Radio Globo en Canal 36. [12]

Verzet
Het Nationaal Front tegen de Staatsgreep heeft zondag regionale vergaderingen belegd om hun strategie te bepalen, gezien de toenemende repressie. De afgelopen week zijn demonstraties door leger en politie verhinderd. Ondanks de repressie, wordt het verzet sterker en beter georganiseerd, meldt het Front. [13] In een verklaring op 6 oktober schrijft het Front: “Wij  beschouwen de dialoog als een geschikte manier om de verschillen op te lossen, maar dat is niet mogelijk onder repressieve maatregelen. Zolang deze maatregelen doorgaan is er geen juiste situatie om tot een werkelijke dialoog te komen.” [14]

Verder heeft het Front duidelijk gemaakt dat het houden van een grondwetgevende vergadering om tot een grondwetswijziging te komen, onderdeel moet zijn van de oplossing, iets wat in het ‘San José Plan’ van de Oscar Arias van Costa Rica was uitgesloten. Daarin staat verder dat Zelaya in z’n functie moet worden hersteld, maar zonder enige macht in een regering van nationale eenheid, en verder amnestie voor de misdaden die zijn begaan sedert de coup.
Van de boeren die zijn gearresteerd bij het Agrarisch instituut zijn er 38 in hongerstaking gegaan. “Wij worden aangeklaagd voor opruiing omdat wij onze president terug willen. Van deze criminele regering kun je alles verwachten. Advocaten hebben ons gezegd dat ze ons voor 10 jaar willen opsluiten”, zei Ramon Díaz, één van de hongerstakers. President Zelaya had een wetgevend proces in werking gezet om kleine stukken land te verdelen onder 300.000 boeren, die dat al veertig jaar eisen. [15
Twaalf boeren, waaronder vier vrouwen en twee kinderen, hebben in de ambassade van Guatemala in Tegucigalpa politiek asiel gevraagd.
Salvador Zúñica, leider van de Burgerraad van Volksorganisaties en Inheemse Volken (COPIN), verklaarde tegenover het Franse AFP dat zij dit gedaan hebben omdat ze bedreigd en vervolgd werden. COPIN maakt deel uit van het Nationaal Front tegen de Staatsgreep. [16]

Micheletti
De afkondiging van de noodtoestand is algemeen bekritiseerd, zelfs in kringen die achter de staatsgreep staan. De voorzitter van het Congres, Jose Angel Saavedra, heeft in een onderhoud met Micheletti, waar vertegenwoordigers van verschillende politieke partijen aanwezig waren, gevraagd om de noodtoestand op te heffen. De Nationalistische Partij heeft openlijk gezegd bij de behandeling in het parlement tegen te zullen stemmen. [17]
Op maandag 5 oktober heeft Micheletti aangekondigd dat de noodtoestand volledig wordt opgeheven. Tot op heden is het besluit echter nog niet in La Gaceta gepubliceerd, dus formeel nog niet van kracht. [18] Het lijkt of Micheletti heeft moeten inbinden, maar Zelaya heeft de afkondiging van de noodtoestand een truc genoemd. “Het decreet was een val met als doel de anti-coup media uit te schakelen. Zij zullen hen niet meer toelaten.” [19] Radio Globo en Canal 36 zijn ook nog steeds gesloten.


Op dinsdag 6 oktober heeft de Openbaar Aanklager voor Mensenrechten, Sandra Ponce, in een brief aan de voorzitter van de Nationale Commissie voor Telecommunicatie (CONATEL), Miguel Angel Rodas, de heropening van Radio Globo en Canal 36 geëist en is zij een onderzoek gestart naar machtsmisbruik bij de confiscatie van de apparatuur. [20]

In de avond van 6 oktober, de dag voordat de delegatie van de OAS in Tegucigalpa arriveerde, heeft Micheletti in een toespraak voor radio en televisie een publieke uitnodiging gedaan voor een dialoog met betrekking tot het San José Plan. Eén van de leiders van het verzet en een nauwe medewerker van Zelaya, Rasel Tomé, bestempelde het als een mediamanipulatie. Tomé zei dat met deze toespraak Micheletti het aan de internationale gemeenschap wil doen voorkomen dat er een opening is. Hij zei dat Micheletti aangekondigd heeft dat de noodtoestand wordt
afgeschaft, maar dat het in de praktijk niet gebeurt. [21]
Ook Zelaya heeft het voorstel tot dialoog van Micheletti in twijfel getrokken en de OAS opgeroepen zich niet te laten manipuleren en hun eis tot herstel van de constitutionele orde te handhaven. Zelaya noemde het uiteen drijven van een demonstratie in de buurt van het Braziliaanse ambassadegebouw als voorbeeld van de onwil van Micheletti. [22] Zelaya waarschuwde de internationale gemeenschap dat het Micheletti-bewind alleen tijd probeert te rekken om langer aan de macht te blijven. [23]
Tegelijkertijd met het mediaoffensief wil het bewind van Micheletti het doen voorkomen dat bijna negentig procent van de bevolking achter hem staat en dat de protesten slechts vandalen zijn. Een opiniepeiling, gehouden tussen 23 en 29 augustus door ‘Consultants in Investigation of Markets and Public Opinion’, een erkend opiniebureau voor de Hondurese verkiezingen, laat zien dat 52,7 procent van de ondervraagden tegen de staatsgreep was, 29,9 procent geen antwoord gaf en dat slechts 17,4 procent voor was. In een opiniepeiling eerder in juli van CID Gallup was 44 procent tegen de coup en 30 procent voor. 51 procent van de ondervraagden was voor de terugkeer van Zelaya en 33 procent tegen. [24]

Bemiddeling
Op woensdag 7 oktober arriveerde de delegatie van de OAS, bestaande uit de voorzitter van de organisatie, José Miguel Insulza, de ministers van Buitenlandse Zaken Fander Falconi van Ecuador, Bruno Stagno van Costa Rica, Patricia Espinosa van Mexico, Hugo Martínez van El Salvador en Haroldo Rodas van Guatemala. Verder maken de Amerikaanse onderminister voor het Westelijk Halfrond, Tom Shannon, en de onderministers voor Buitenlandse Zaken Peter Kent van Canada en Ronald Robinson van Jamaica deel uit van de delegatie.
De dag voor hun aankomst verklaarde Zelaya tegenover de pers dat de OAS tot dusverre een milde en toegeeflijke opstelling innam ten aanzien van de coupplegers. “De OAS moet duidelijk haar positie bepalen, ze is erg mild en toegeeflijk ten aanzien van de dictators”, aldus Zelaya. [25]
OAS-voorzitter Insulza benadrukte dat het San José akkoord het uitgangspunt bij de bemiddeling is en het herstel van de constitutionele orde door Zelaya weer in functie aan te stellen. [26] Hij heeft tegenover Micheletti zijn bezorgdheid uitgesproken over de precaire condities waarin Zelaya in de ambassade van Brazilië moet verblijven en drong aan op een veilige plek met meer ruimte. [27]


Buitenlandse troepen
Of het akkoord van San José nog een reële optie is, is de vraag. Micheletti is fel tegen terugkeer van Zelaya en het Nationaal Front tegen de Staatsgreep eist een grondwetgevende vergadering. Inmiddels circuleert er een ander voorstel, afkomstig van de voorzitter van de Nationale Vereniging van Industrieën in Honduras (ANDI), Adolfo Facussé. Deze zegt de steun te hebben van andere machtige zakenmensen en dat ook Micheletti belangstelling heeft getoond.

Onder het “Plan Faccusé zou Micheletti “met eer” terugtreden en mag Zelaya terugkeren in functie, maar onder huisarrest in afwachting van een proces op aanklachten wegen corruptie. Het voorstel behelst verder de zending van een internationale troepenmacht uit Canada, Colombia en Panama, landen met een conservatieve regering, nauw verbonden met de Verenigde Staten. Deze troepenmacht zou alleen de taak krijgen om er op toe te zien dat Zelaya het akkoord nakomt.
Tegenover het Mexicaanse blad La Jornada zei Facussé op 30 september dat “de troepen zullen strikt de mogelijkheden van deze meneer moeten beperken”. Faccusé was een belangrijke steunpilaar van de coupplegers, maar sinds augustus is de nerveusiteit onder de ondernemers gegroeid over de economische gevolgen, vooral onder de ‘maquiladoras’, bedrijven die opereren in belastingvrije zones waar exportproducten worden geassembleerd.
Al eerder op 30 juni, twee dagen na de coup, schreef professor Greg Grandin van de Universiteit van New York in het Amerikaanse blad The Nation, dat de Verenigde Staten zouden opteren voor een “Haïti Operatie”. In 1994 herstelde de toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton Bertrand Aristide in zijn functie met het zenden van 20.000 troepen, maar alleen nadat Aristide steun had uitgesproken voor het beleid van het IMF en de Wereldbank. [28]

OAS
Ook binnen de OAS klinkt kritiek. Op een speciale vergadering van de permanente raad van de organisatie, op maandag 28 september in Washington, bekritiseerde de Venezolaanse ambassadeur, Roy Chaderton, de organisatie voor haar “voorzichtige en gematigde” opstelling tegenover de machthebbers in Tegucigalpa. “Het is noodzakelijk om de druk van de  internationale gemeenschap op het dictatoriale bewind verder op te voeren en dat elk land afzonderlijk druk uitvoert om de democratisch gekozen president Zelaya in zijn functie te  herstellen”, zei Chalderton. De Venezolaanse diplomaat bekritiseerde  in het bijzonder het respect dat sommige leden van de OAS tonen voor coupleider Micheletti. “De factoren die verklaren dat het regime tot nu toe kon overleven, zijn de dictatuur van de media en het respect dat het bewind heeft van sommige leden van deze organisatie, die Zelaya oproepen zich keurig te gedragen en Micheletti prijzen”, aldus Chalderton. [29] Hij zei verder dat de sancties en de veronderstelde druk die zou worden uitgeoefend op de coupplegers, slechts een strategie is om tijd te winnen, om aan de verkiezingen van 29 november een zekere legitimiteit te geven. [30


Zijn kritiek was vooral gericht op de houding van de Verenigde Staten. De Amerikaanse interim-ambassadeur bij de OAS, Lewis Amselem had fors uitgehaald naar Zelaya. Hij noemde zijn terugkeer naar Honduras “onverantwoordelijk en stom” en dat het niet in het belang was van de bevolking, noch in wie een herstel van de democratische orde nastreeft”.
“De president moet ophouden met een houding alsof hij naar een oude film zit te kijken”, aldus Amselem. De woordvoerder van het Amerikaanse State Department, Phillip
Crowley, verdedigde later Amselem met te zeggen dat “wat hij gisteren zei is volledig in lijn met onze zorg dat, u weet, beide zijden moeten constructieve acties ondernemen”.
Eerder in juli noemde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton de poging van Zelaya om terug te keren “roekeloos”. De Braziliaanse ambassadeur, Ruy Casaes, verklaarde met betrekking tot de onderhandelingen over een oplossing van de crisis dat over de terugkeer van Zelaya als president niet te onderhandelen valt. “Er is één clausule waar absoluut niet over onderhandelt wordt, dat is de terugkeer van president Zelaya in de functie waar hij door het Hondurese volk in is gekozen.” [31]

Na meer dan 10 uur te hebben vergaderd, kwamen de 33 leden van de organisatie niet tot volledige overeenstemming over een gemeenschappelijke verklaring over de crisis. De Verenigde Staten, Canada, Peru, Costa Rica en de Bahamas onthielden zich van stemming over de vraag om de verkiezingen van 29 november te erkennen wanneer deze onder het gezag van het
coupregime worden gehouden. De meerderheid van de landen bleven bij hun standpunt dat het die uitkomst niet zal accepteren, omdat vrije en eerlijke verkiezingen onder een coupbewind niet mogelijk zijn. Het enige wat de vergadering heeft opgeleverd is een korte verklaring waarin garanties voor het leven van president Zelaya en de onschendbaarheid van de Braziliaanse ambassade worden gevraagd.

Internationaal
President Morales van Bolivia heeft eveneens scherpe kritiek geuit op de opstelling van de Verenigde Staten. Op een bijeenkomst op 7 oktober in Cochabamba zei hij wanneer de Verenigde Staten het willen dan houdt de dictatuur het geen twaalf uur vol. [32] Eerder op de top van Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen op Isla Marguerita zei Chávez dat de staatsgreep tot doel had om de ALBA te intimideren. Dit is een alternatief samenwerkingsverband tegenover de Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdragen, dat op initiatief van Cuba en Venezuela is gevormd en waar ook Honduras deel van uitmaakt. [33]
Volgens de Guatemalteekse Nobelprijswinnares Rigoberta Menchú heeft het de crisis in Honduras effect op geheel Midden-Amerika en genereert het in Guatemala fascistische uitingen. Op een persconferentie in San José zei ze dat de crisis in Honduras een diepgaande crisis is, ideologisch, politiek, institutioneel en economisch, maar ook een Midden-Amerikaanse crisis. Ze noemde het een gevaarlijk precedent wanneer het regime van Micheletti zich straffeloos kan consolideren. [34]
De Cubaanse ambassadeur in Honduras, Juan Ramón Elvir, zei tegenover Prensa Latina dat het Hondurese volk heeft laten zien dat zij voldoende capaciteit heeft om haar rechten te verdedigen tegen de voortdurende agressie van de machthebbers. “Het verzet tegen de coupplegers, georganiseerd in een nationaal front, is in het hele land aanwezig en het bewind is er niet in geslaagd het te kalmeren.” Hij zei verder dat het front een beslissende politieke factor is geworden voor de toekomst. “Hun leiders en leden laten zien dat zij voorbereid zijn om een situatie als nu aan te kunnen”, aldus Ramón Elvir. [35]
De Cubaanse Federatie van Universitaire Studenten (FEU) heeft op 5 oktober een campagne gelanceerd onder de leus “De Schreeuw van de Bezitlozen”. De voorzitter van de organisatie,
Carlos Rafael Rodríguez verklaarde tegenover Prensa Latina dat de FEU de Latijns-Amerikaanse studentenorganisaties wil verenigen in een gezamenlijke veroordeling van de coup. [36]
Ook uit Europa klinken protesten. In Brussel werd in het gebouw van het Europees Parlement een solidariteitsbijeenkomst gehouden van diverse organisaties. In een persverklaring
werden de schendingen van mensenrechten door het regime veroordeeld en de terugkeer geëist van Zalaya als president. Van de leden van het Europees Parlement werd gevraagd dat zij krachtige positie innemen tegen de staatsgreep. [37]

President Zelaya heeft op 6 oktober met een delegatie van de Europese Volkpartij uit het Europees Parlement gesproken. De delegatie bestond uit de Spaanse EVP-leden Carlos Iturgáiz en José Ignacio Salafranca en de Sloveen Alozj Cetrerle. De delegatie was naar Honduras gegaan om zich informeren over de ontwikkelingen en het proces van dialoog. Zelaya verklaarde tegenover de delegatie dat wanneer hij niet in zijn functie wordt hersteld de crisis zal voortslepen. Volgens Zelaya heeft de delegatie de staatsgreep veroordeeld en bestempelde de huidige situatie in Honduras als “ongeoorloofd”. De delegatie heeft ook met andere sectoren, zoals het Hooggerechtshof, presidentskandidaten en vertegenwoordigers van sociale bewegingen. [38

Tijdens de derde topontmoeting tussen de EU en Brazilië in Stockholm veroordelen de Braziliaanse president Lula Inácio de Silva, de Zweedse premier en huidige EUvoorzitter Frederik Reinfeldt en de voorzitter van de Europese Commissie, José Manuel Barroso, in een gezamenlijke verklaring de omverwerping van de constitutionele orde na de staatsgreep van 28 juni. In de verklaring wordt het bewind gemaand de onschendbaarheid van de Braziliaanse ambassade in Tegucigalpa in acht te nemen en het leven en fysieke welzijn van Zelaya, zijn familie en leden van zijn regering te respecteren. In een persconferentie drong Lula erop aan dat de coupplegers moeten verdwijnen en dat Zelaya terugkeert als grondwettig president. [39]
-.-