dinsdag 21 december 2010

"Latijns-Amerika moet jeugdwerkloosheid aanpakken"

Het aanpakken van de jeugdwerkloosheid moet prioriteit krijgen in Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied, zeggen experts, vakbondsleiders en overheidsvertegenwoordigers uit de regio.
"Dit is een cruciaal moment voor Latijns-Amerika en het Caraïbische gebied. Er moet snel gehandeld worden", zei Guillermo Dema, regionaal specialist op het gebied van kinderarbeid en jongeren van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) tijdens een bijeenkomst in de Chileense hoofdstad Santiago.

Latijns-Amerika telt ruim 104 miljoen jongeren tussen 15 en 24 jaar oud. "Er zijn nog nooit zoveel jongeren in de regio geweest en nooit eerder maakten ze zo'n groot deel van de bevolking uit", zei de Spaanse expert tijdens de ILO-bijeenkomst.
De werkloosheid onder jongeren ligt tweeënhalf keer zo hoog als die onder volwassenen in de regio. Ongeveer 6,7 miljoen jongeren zoeken zonder succes naar werk. Voor degenen die wel werk vinden, gaat het meestal om slecht betaalde banen in het informele circuit of om tijdelijke contracten zonder sociale zekerheid.
Het gemiddelde inkomen voor jongeren bedraagt 322 euro per maand. Voor volwassenen is dat 600 euro, volgens het rapport Decent Work and Youth in Latin America 2010. Het rapport werd in oktober gepubliceerd door de ILO.

Meer scholing
Een andere zorg is dat achttien miljoen jongeren, bijna 20 procent van het totale aantal, niet studeert en niet werkt. Meestal gaat het om vrouwen die huishoudelijke taken doen. In deze groep komen ook veel tienerzwangerschappen voor. Tegelijkertijd is er een andere ontwikkeling gaande: jongeren hebben nu meer jaren scholing dan in het verleden en zijn beter gekwalificeerd dan ooit.
"Voordat de economische crisis uitbrak in 2008, was het al moeilijk voor jongeren om werk te vinden", zegt Amanda Villatoro van de Vakbondsconfederatie van de Amerika's (Tuca-Csa). "Nu is dat nog veel moeilijker."
Alle landen in de regio hebben programma's voor jeugdwerkgelegenheid. "Maar uit ervaring weten we dat een enkel programma onvoldoende is", zegt Dema. "We moeten van jongerenprogramma's met een beperkt bereik naar een nationaal beleid."
Op de ILO-agenda voor de regio van 2006 tot 2015 staat het halveren van het aantal jongeren dat niet werkt of studeert. De resultaten bleken tot nu toe echter weinig bemoedigend. Tussen 2005 en 2008 daalde hun aandeel met slechts 1,1 procent.

Kwaliteit
De betrokken partijen zijn het erover eens dat de kwaliteit en relevantie van het onderwijs verbeterd moeten worden. Onderwijs moet beter afgestemd worden op de arbeidsmarkt en jongeren moeten langer studeren.
"Als de markt voor advocaten verzadigd is, waarom leiden we dan nog advocaten op? Jongeren raken daardoor gefrustreerd en de generatie die deze regio in de toekomst moet besturen, krijgt het signaal dat onderwijs niet de sleutel is tot een fatsoenlijk leven, terwijl het omgekeerde waar is", zegt Villatoro. (Bron: IPS)