maandag 21 december 2009

ALBA: Het resultaat van Kopenhagen is een bedreiging voor de mensheid




 Vertegenwoordigers van de ALBA-landen in Kopenhagen (Foto: TeleSUR)

De lidstaten van de Bolivariaanse Alliantie voor de Volkeren van ons Amerika (ALBA) hebben in een verklaring de uitkomst van de klimaattop veroordeeld. Zij veroordelen het mislukken van de top, waar men er niet in geslaagd is om op welk punt van de vooraf vastgestelde doelstellingen dan ook tot overeenkomst te komen, en noemen de gevolgen van de mislukking een bedreiging voor de mensheid.  
In de verklaring wordt gesteld dat de gang van zaken in Kopenhagen ondemocratisch, duister, ondoorzichtig en exclusief was, bedoeld om de standpunten van een kleine groep landen te waarborgen. De tekst spreekt van een "ongelukkige misontmoeting”, waarbij een selecte groep van landen, bijeengeroepen en gecoördineerd door Denemarken, in enkele weken de lijnen uitwerkten naar een parallelle overeenkomst, naast het Kyoto-protocol, dat als richtlijn moest dienen voor de discussies en waarvan de grote meerderheid van landen waren uitgesloten. Zo worden criteria geschapen voor het bestaan van eerste en tweede rang staten.
"Het is duidelijk dat we geen klimaatverandering kunnen overwegen zonder een verandering van het systeem. Het model van de kapitalistische productie en consumptie leidt tot een punt waarop geen weg meer terug is voor het leven op aarde. Het is een cruciaal moment in de menselijke geschiedenis en het debat kan niet worden beperkt tot de economische belangen van een kleine groep landen”, aldus de verklaring.



Politieke verklaring van de ALBA-landen

Kopenhagen, december 2009 

De landen die lid zijn van ALBA, veroordelen tegenover de wereld de bedreiging van het lot van de mensheid, die het resultaat is van deze VN-conferentie in Kopenhagen.

In de eerste plaats kenmerkte het onderhandelingsproces zich door schending van de fundamentele beginselen van het multilaterale systeem. Dit ondemocratisch proces heeft niet de gelijkheid van allen erkend; was troebel, ondoorzichtig en exclusief, bedoeld om de standpunten van een kleine groep van landen te waarborgen.

Klimaatverandering kan geen onsamenhangend stelsel van beginselen van het VN-Handvest zijn: dit proces (van Kopenhagen) ontbeert legitimiteit, omdat het alle beginselen van het multilateralisme en het VN-Handvest heeft geschonden, met name dat van de soevereine gelijkheid van
alle staten.

Het belangrijkste kenmerk van deze ongelukkige misontmoeting is dat een kleine groep van landen, bijeengeroepen en gecoördineerd door Denemarken, is een paar weken de lijnen voor een overeenkomst uitwerkten, die eenzijdig de “Belanghebbende Partijen”heeft genoemd, met uitsluiting van de overgrote meerderheid van de wereld, daarbij als criterium hanterend het bestaan van primaire en secundaire landen.


Terwijl het voorzitterschap van de conferentie de landen vroeg de contactgroepen te hervatten om vooruitgang te maken met de verbetering van teksten die door de partijen als basis voor de onderhandelingen waren aangenomen, riep de Deense premier de presidenten van een groep landen bijeen om achter de rug van de wereld een verklaring op te stellen.

Een andere bevestiging van uitsluiting in de conferentie wat het bijeenroepen van een groepje presidenten achter gesloten deuren, zonder de deelname van de meerderheid en zonder aan te geven wat de criteria voor deze keuze was.

Het is duidelijk dat we geen klimaatverandering kunnen overwegen zonder een verandering van het systeem. Het model van de kapitalistische productie en consumptie leidt tot een punt waarop geen weg meer terug is voor het leven op aarde. Het is een cruciaal moment in de menselijke geschiedenis en het debat kan niet worden beperkt tot de economische belangen van een kleine groep landen.


Tot nu toe is zeer weinig is bereikt, niettemin blijft de bestaande klimaatregeling van kracht: het VN-Raamverdrag inzake Klimaatverandering en het Kyoto-protocol zijn een belangrijk platform voor de bevordering van de verdediging van het leven. Hier is een belangrijke wereldwijde politiek akkoord, waar allen het over eens zijn dat klimaatverandering een probleem is dat dringend moet worden aangepakt. Waar landen die historisch gezien verantwoordelijk zijn voor het probleem zijn overeengekomen om gekwantificeerde uitstootvermindering (afzonderlijk en totaal) toe te passen tot het niveau om het probleem te beheersen.

De huidige scenario werpt ons dramatisch terug en doet alsof we het Kyoto-protocol hebben vergeten. Op deze top hebben we geen  akkoord bereikt over de punten die gerelateerd zijn aan de verplichtingen van de ontwikkelde landen: vermindering van de uitstoot of doelen vast te stellen voor een tweede verbintenisperiode van het Protocol van Kyoto.

Er liggen voorstellen op tafel, maar geen is vergelijkbaar met elkaar. De Verenigde Staten willen zich niet vastleggen op inspanningen die vergelijkbaar zijn met die van de andere ontwikkelde landen. De Ontwikkelde landen kwamen naar deze vergadering met een eigen agenda en schonden elke democratische procedure om die  proberen op te leggen.

In het Actieplan van Bali, in 2007 aangenomen, werd afgesproken dat de ontwikkelde landen zich zouden VERPLICHTEN tot beperking, waar AKTIES van vrijwillige matiging van de ontwikkelingslanden zou worden toegevoegd.

De ontwikkelde landen hebben zich gedurende twee jaar toegewijd aan het herinterpreteren van het Actieplan van Bali, in een poging om onze demonstratie van  bereidheid de krachten te bundelen te gebruiken om hun verplichtingen door te schuiven. De inspanningen en de bereidheid tot matiging van de ontwikkelingslanden kunnen niet worden gebruikt om ons te manipuleren en te vertellen wat we moeten doen, nadat zij de wereld hebben vernietigd. Nu zouden wij moeten matigen, zodat zij kunnen blijven vervuilen en vernietiging, op basis van hun wijze van exploiteren, produceren en consumeren.

Er is ook een kwestie van principe. De ontwikkelingslanden zijn waardige en soevereine volken, slachtoffers van een probleem dat zij niet veroorzaken. Dit morele principe, gebaseerd op historische verantwoordelijkheid, is de reden waarom de ontwikkelde landen voldoende middelen moet voorzien voor de volledige tenuitvoerlegging van de beginselen van het Verdrag.

De milieucrisis als gevolg van hogere temperaturen in de atmosfeer, is het resultaat van het kapitalistische systeem, de langdurige en niet-duurzame productie en consumptie in de ontwikkelde landen, van de uitvoering en de handhaving in de wereld van een absoluut roofzuchtig ontwikkelingsmodel en het gebrek aan politieke wil voor de volledige en effectieve uitvoering van toezeggingen en verplichtingen van het Verdrag en het Protocol van Kyoto.


De ontwikkelde landen hebben het luchtruim over geëxploiteerd. Deze klimaat schuld in de bredere context van de ecologische schuld omvat zowel een schuld  in de uitstoot, als een schuld inzake aanpassing, die moet worden ingelost door de ontwikkelde landen. Het gaat niet om liefdadigheid, of aalmoes, of een hand ophouden, maar een juridisch bindende verplichting.

De landen in bijlage I hebben in militaire uitgaven in het jaar 2008 een bedrag van 1.123 miljard dollar opgebouwd. De Verenigde Staten hebben in 2008 volgens de begrotingsaanvraag voor boekjaar 2009 711 miljard dollar uitgegeven, waarvan 170 miljard dollar voor de lopende militaire operaties in Irak en Afghanistan. De wereld weet dus dat zij mogelijkheden hebben. Wat zij niet hebben is politieke wil om hun internationale verplichtingen en verbintenissen na te komen om de klimaatverandering te bestrijden. Zij gebruiken en misbruiken de noden van de armen om illegale afspraken af te dwingen.

Vandaag via de koolstofmarkten willen zij die klimaatverandering veroorzaken, blijven vervuilen, terwijl de lasten van de emissiereductie wordt verlegd naar de ontwikkelingslanden. Ze dachten dat ze ons in Kopenhagen konden overtuigen om hun recht om te vervuilen te kopen en stellen alleen maar de belofte van miserabel geld hier tegenover.


1. Wij veroordelen dit met alle kracht en bestrijden de documenten die door het voorzitterschap van de COP zonder mandaat van de deelnemers zijn gemaakt en we spreken ons openlijk uit tegen de groep vrienden van het voorzitterschap. Het voorzitterschap heeft niet gezorgd voor gelijke participatie op alle niveaus, waaronder het niveau van het voorzitterschap.

2. Wij herbevestigen onze inzet voor de bestrijding van de klimaatveranderingen, op de beginselen van het Verdrag en haar rechtsgeldigheid, nu meer dan ooit, het Kyoto-protocol, waarvan de inhoud naar onze mening moet worden verbeterd met nieuwe besluiten overeenkomsten, maar zeker
niet begraven mag worden. De complexiteit van de recente onderhandelingen hebben ons laten zien dat concurrerende economische belangen niet tot een overeenkomst leiden wanneer de ontwikkelde landen niet instemmen met het respecteren van de principes.

3. In dit verband spreken we onze politieke wil uit om te blijven werken binnen het kader van het Verdrag en het Protocol van Kyoto. De heropening van deze onderhandelingen moet worden gebaseerd op basis van respect, transparantie en legitimiteit, zonder uitsluiting.

4. Wij willen niet laten vergeten dat, terwijl de conferentie onomkeerbaar is mislukt, de stemen in de straten groeide van jonge mensen die weten dat de toekomst aan hen behoort, die met kracht de manoeuvres van de ontwikkelde aan de kaak stelden en weten dat de strijd doorgaat. Wij sluiten ons aan bij hun stemmen en hun protesten, wij verwelkomen en steunen hen. De mensen moeten waakzaam blijven.

Vandaag meer dan ooit, gezien de deplorabele manoeuvres die zijn gemaakt in Kopenhagen vanuit kleinzielige economische belangen, herhalen we dat we niet het klimaat moeten veranderen, maar het systeem! (TeleSUR)