dinsdag 22 december 2009

Verklaring Platform Cuba-Nederland


De Algemene Vergadering van de VN roept op tot beëindiging van de blokkade tegen Cuba

Aan de Nederlandse regering en de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op 28 oktober jl. heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met een overweldigende meerderheid een resolutie aangenomen waarin de Verenigde Staten worden opgeroepen een einde te maken aan de economische, financiële en handelsblokkade gericht tegen Cuba. De Verenigde Staten, Israël en Palau stemden tegen, en Micronesië en de Marshall Eilanden onthielden zich en 187 landen stemden voor. Het is de 18de keer dat de Algemene Vergadering zich tegen de Amerikaanse blokkade van Cuba heeft uitgesproken, maar nimmer met zo’n grote meerderheid.

In de tekst van de resolutie worden de Verenigde Staten opgeroepen om af te zien van het uitvoeren van wetten en het nemen van maatregelen die in strijd met het VN-handvest en het internationaal recht betreffende vrijheid van handel en vervoer. Wederom worden de Verenigde Staten aangespoord om de wetten - zoals de Helms-Burton Wet, die ook de soevereiniteit van andere landen schendt - af te schaffen. In het document worden de principes bevestigd van de soevereiniteit van staten, dus onthouding van inmenging en interventie in hun interne aangelegenheden en vrijheid van handel en internationale scheepvaart.

Met het aantreden van president Obama herleefde internationaal de verwachting dat er een verandering in de Amerikaanse politiek zou komen. Het leek erop dat aan de politiek van extreme agressie en arrogantie, die kenmerkend waren voor de Bush-regering, een einde zou komen. De woorden van de nieuwe president over verandering, dialoog en samenwerking werden door iedereen verwelkomd. Helaas, met het verstrijken van de tijd worden die woorden niet omgezet in daden.

Dit voorjaar nog leek zich een begin van verbetering van de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en Cuba af te tekenen. De nieuwe Amerikaanse regering verzette zich niet tegen de wederopneming van Cuba in de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS); de reisbeperkingen en de bepalingen met betrekking tot het sturen van geld aan familie voor Cubaans-Amerikanen werden versoepeld en in de zomer werden voor het eerst weer gesprekken op hoog niveau gevoerd over migratie en het herstel van de wederzijdse postdiensten. Cuba heeft die gesprekken omschreven als “respectvol en vruchtbaar”. Op 1 augustus heeft de Cubaanse president Raúl Castro de bereidheid uitgesproken om tot een “eerlijke en diepgaande dialoog” te komen, met respect voor elkaars onafhankelijkheid, soevereiniteit en zelfbeschikkingsrecht.

Op 14 september kwam er echter een einde aan de verwachting dat er een verandering in de Amerikaanse blokkadepolitiek zou optreden. President Obama gaf het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Financiën instructies om de economische sancties tegen Cuba te handhaven, vanwege “nationaal belang”. De juridische basis is de wet ‘Handel Drijven met de Vijand’, die dateert uit 1917 en wordt toegepast bij oorlogssituaties. Nu wordt zij uitsluitend tegen Cuba gebruikt.

De Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodríguez zei in zijn rede voor de Algemene Vergadering: “Het meest serieuze en gevaarlijke aspect van de nieuwe situatie is de onzekerheid over de werkelijke mogelijkheden van de huidige regering in Washington om te breken met de politieke en ideologische trend die de wereld bedreigde onder de vorige regering. De neoconservatieve groepen die Bush aan de macht hebben gebracht, hebben zich snel gegroepeerd en genieten nog een enorme invloed die lijnrecht ingaat tegen  de door Obama geschapen verwachtingen. De cruciale kwestie is dat de economische, financiële en handelsblokkade tegen Cuba in takt blijft.”

De omvang, reikwijdte en gevolgen van de officieel sinds 1962 ingestelde blokkade wordt door veel mensen onvoldoende beseft. Het heeft zijn uitwerking op elke sector van de Cubaanse samenleving. Cuba kan geen producten kopen die meer dan 10 procent Amerikaanse technologie, grondstoffen of patenten bevatten. Banken worden gestraft wanneer zij dollartransacties voor Cuba uitvoeren. Schepen die Cuba hebben aangedaan, worden voor een half jaar geweerd uit Amerikaanse havens. Het gevolg is dat Cuba aanzienlijk meer moet betalen voor de aanschaf van producten, zowel qua prijs als voor transport en verzekering.

Een concreet voorbeeld van hoe de blokkade in de praktijk werkt is de affaire met het Nederlandse Philips. Cuba onderhandelde in 2006 met Philips en het Duitse Siemens over de levering van medische apparatuur, ter waarde van ruim 72 miljoen dollar, ten behoeve van het opzetten van een groot aantal gezondheidscentra in Venezuela. In 2006 werd ook daadwerkelijk door Philips geleverd, maar begin 2007 kreeg Cuba te horen dat Philips de leveranties moest staken omdat het bedrijf onder druk werd gezet door de Bush-regering om met informatie over de geleverde apparatuur te komen, omdat ze componenten met Amerikaanse patenten zouden bevatten. Tegen de Cubaanse delegatie werd gezegd: “Onze organisatie wordt geraakt en bedreigd. Al onze organisaties hebben veel angst.” Sindsdien heeft Philips niets meer geleverd, in tegenstelling tot Siemens die wel haar contractuele verplichtingen bleef nakomen.

Dit voorbeeld laat zien hoe diepgaand de gevolgen zijn van de blokkade. Niet alleen wordt Cuba direct getroffen en wordt het internationale bedrijfsleven onder druk gezet, maar ook Cubaanse samenwerkingsprojecten met andere landen worden bedreigd. Dit kan grote gevolgen hebben voor de integratieprocessen waar Cuba bij betrokken is, zoals de Alliantie van het Bolivariaans Alternatief voor Amerika (ALBA)

Cuba heeft de totale schade van de Amerikaanse blokkade sinds 1962 berekend op 96 miljard dollar. Tegen de huidige dollarkoers komt dit neer op ruim 200 miljard dollar. Daarbij komt dat het eiland jaarlijks getroffen wordt door cyclonen, met als triest hoogtepunt vorig jaar zelfs door drie, die voor meer dan 10 miljard dollar schade hebben veroorzaakt. Ook de huidige economische wereldcrisis gaat niet aan Cuba voorbij gaat. In dit licht is de continuering van de blokkade is ronduit wreed en misdadig te noemen.

Nederland onderhoudt sinds de onafhankelijkheid goede betrekkingen met Cuba. Nederland heeft ook als deel van de Europese Unie voor de resolutie in de Algemene Vergadering gestemd. Op zichzelf zijn dit positieve zaken. Maar Nederland kan en moet meer doen. Wij zouden graag zien dat regering en parlement een actieve rol gaan spelen ter beëindiging van de Amerikaanse blokkade-politiek. Regering en parlement mogen niet toestaan dat Nederlandse bedrijven door Washington worden bedreigd wanneer zij zaken doen met Cuba. Het zou de Nederlandse regering sieren wanneer zij, in navolging van andere Europese regeringen, een krachtig publiekelijk signaal van steun aan Cuba afgeeft.

Wij vragen ook de Nederlandse maatschappelijke organisaties, politieke partijen, ngo’s, vakbonden, kerken en al die mensen die zich sterk maken voor vrede en sociale vooruitgang om zich in te zetten voor de onmiddellijke beëindiging van de Amerikaanse blokkade tegen Cuba.

Amsterdam, 21 december 2009

Harriett Broekman
Dr. Antonio Carmona Baez
Monica van Dam
Ira Goldwasser MD
Dr. Constance E. van der Maesen
Nico Varkevisser
Arnold van Wezel