De Algemene
Vergadering van de VN roept op tot beëindiging van de blokkade tegen Cuba
Aan de
Nederlandse regering en de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Op 28
oktober jl. heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties met een
overweldigende meerderheid een resolutie aangenomen waarin de Verenigde Staten
worden opgeroepen een einde te maken aan de economische, financiële en
handelsblokkade gericht tegen Cuba. De Verenigde Staten, Israël en Palau stemden
tegen, en Micronesië en de Marshall Eilanden onthielden zich en 187 landen
stemden voor. Het is de 18de keer dat de Algemene Vergadering zich
tegen de Amerikaanse blokkade van Cuba heeft uitgesproken, maar nimmer met zo’n
grote meerderheid.
In de
tekst van de resolutie worden de Verenigde Staten opgeroepen om af te zien van
het uitvoeren van wetten en het nemen van maatregelen die in strijd met het
VN-handvest en het internationaal recht betreffende vrijheid van handel en
vervoer. Wederom worden de Verenigde Staten aangespoord om de wetten - zoals de
Helms-Burton Wet, die ook de soevereiniteit van andere landen schendt - af te
schaffen. In het document worden de principes bevestigd van de soevereiniteit
van staten, dus onthouding van inmenging en interventie in hun interne
aangelegenheden en vrijheid van handel en internationale scheepvaart.
Met
het aantreden van president Obama herleefde internationaal de verwachting dat
er een verandering in de Amerikaanse politiek zou komen. Het leek erop dat aan
de politiek van extreme agressie en arrogantie, die kenmerkend waren voor de
Bush-regering, een einde zou komen. De woorden van de nieuwe president over
verandering, dialoog en samenwerking werden door iedereen verwelkomd. Helaas,
met het verstrijken van de tijd worden die woorden niet omgezet in daden.
Dit
voorjaar nog leek zich een begin van verbetering van de betrekkingen tussen de
Verenigde Staten en Cuba af te tekenen. De nieuwe Amerikaanse regering verzette
zich niet tegen de wederopneming van Cuba in de Organisatie van Amerikaanse
Staten (OAS); de reisbeperkingen en de bepalingen met betrekking tot het sturen
van geld aan familie voor Cubaans-Amerikanen werden versoepeld en in de zomer werden
voor het eerst weer gesprekken op hoog niveau gevoerd over migratie en het
herstel van de wederzijdse postdiensten. Cuba heeft die gesprekken omschreven
als “respectvol en vruchtbaar”. Op 1 augustus heeft de Cubaanse president Raúl
Castro de bereidheid uitgesproken om tot een “eerlijke en diepgaande dialoog”
te komen, met respect voor elkaars onafhankelijkheid, soevereiniteit en
zelfbeschikkingsrecht.
Op 14
september kwam er echter een einde aan de verwachting dat er een verandering in
de Amerikaanse blokkadepolitiek zou optreden. President Obama gaf het
Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Financiën
instructies om de economische sancties tegen Cuba te handhaven, vanwege “nationaal
belang”. De juridische basis is de wet ‘Handel Drijven met de Vijand’, die
dateert uit 1917 en wordt toegepast bij oorlogssituaties. Nu wordt zij
uitsluitend tegen Cuba gebruikt.
De
Cubaanse minister van Buitenlandse Zaken, Bruno Rodríguez zei in zijn rede voor
de Algemene Vergadering: “Het meest serieuze en gevaarlijke aspect van de
nieuwe situatie is de onzekerheid over de werkelijke mogelijkheden van de
huidige regering in Washington om te breken met de politieke en ideologische
trend die de wereld bedreigde onder de vorige regering. De neoconservatieve
groepen die Bush aan de macht hebben gebracht, hebben zich snel gegroepeerd en
genieten nog een enorme invloed die lijnrecht ingaat tegen de door Obama geschapen verwachtingen. De
cruciale kwestie is dat de economische, financiële en handelsblokkade tegen
Cuba in takt blijft.”
De
omvang, reikwijdte en gevolgen van de officieel sinds 1962 ingestelde blokkade
wordt door veel mensen onvoldoende beseft. Het heeft zijn uitwerking op elke
sector van de Cubaanse samenleving. Cuba kan geen producten kopen die meer dan
10 procent Amerikaanse technologie, grondstoffen of patenten bevatten. Banken
worden gestraft wanneer zij dollartransacties voor Cuba uitvoeren. Schepen die
Cuba hebben aangedaan, worden voor een half jaar geweerd uit Amerikaanse
havens. Het gevolg is dat Cuba aanzienlijk meer moet betalen voor de aanschaf
van producten, zowel qua prijs als voor transport en verzekering.
Een
concreet voorbeeld van hoe de blokkade in de praktijk werkt is de affaire met
het Nederlandse Philips. Cuba onderhandelde in 2006 met Philips en het Duitse
Siemens over de levering van medische apparatuur, ter waarde van ruim 72
miljoen dollar, ten behoeve van het opzetten van een groot aantal
gezondheidscentra in Venezuela. In 2006 werd ook daadwerkelijk door Philips
geleverd, maar begin 2007 kreeg Cuba te horen dat Philips de leveranties moest
staken omdat het bedrijf onder druk werd gezet door de Bush-regering om met
informatie over de geleverde apparatuur te komen, omdat ze componenten met
Amerikaanse patenten zouden bevatten. Tegen de Cubaanse delegatie werd gezegd:
“Onze organisatie wordt geraakt en bedreigd. Al onze organisaties hebben veel
angst.” Sindsdien heeft Philips niets meer geleverd, in tegenstelling tot
Siemens die wel haar contractuele verplichtingen bleef nakomen.
Dit
voorbeeld laat zien hoe diepgaand de gevolgen zijn van de blokkade. Niet alleen
wordt Cuba direct getroffen en wordt het internationale bedrijfsleven onder
druk gezet, maar ook Cubaanse samenwerkingsprojecten met andere landen worden
bedreigd. Dit kan grote gevolgen hebben voor de integratieprocessen waar Cuba
bij betrokken is, zoals de Alliantie van het Bolivariaans Alternatief voor
Amerika (ALBA)
Cuba
heeft de totale schade van de Amerikaanse blokkade sinds 1962 berekend op 96
miljard dollar. Tegen de huidige dollarkoers komt dit neer op ruim 200 miljard
dollar. Daarbij komt dat het eiland jaarlijks getroffen wordt door cyclonen,
met als triest hoogtepunt vorig jaar zelfs door drie, die voor meer dan 10
miljard dollar schade hebben veroorzaakt. Ook de huidige economische wereldcrisis
gaat niet aan Cuba voorbij gaat. In dit licht is de continuering van de
blokkade is ronduit wreed en misdadig te noemen.
Nederland
onderhoudt sinds de onafhankelijkheid goede betrekkingen met Cuba. Nederland
heeft ook als deel van de Europese Unie voor de resolutie in de Algemene
Vergadering gestemd. Op zichzelf zijn dit positieve zaken. Maar Nederland kan
en moet meer doen. Wij zouden graag zien dat regering en parlement een actieve
rol gaan spelen ter beëindiging van de Amerikaanse blokkade-politiek. Regering
en parlement mogen niet toestaan dat Nederlandse bedrijven door Washington
worden bedreigd wanneer zij zaken doen met Cuba. Het zou de Nederlandse
regering sieren wanneer zij, in navolging van andere Europese regeringen, een
krachtig publiekelijk signaal van steun aan Cuba afgeeft.
Wij
vragen ook de Nederlandse maatschappelijke organisaties, politieke partijen,
ngo’s, vakbonden, kerken en al die mensen die zich sterk maken voor vrede en
sociale vooruitgang om zich in te zetten voor de onmiddellijke beëindiging van
de Amerikaanse blokkade tegen Cuba.
Amsterdam,
21 december 2009
Harriett Broekman
Dr. Antonio Carmona Baez
Monica van Dam
Ira Goldwasser MD
Dr. Constance E. van der Maesen
Nico Varkevisser
Arnold van Wezel