Sommige Hondurese rechters hebben het te verduren. Wie kritiek had op de
staatsgreep van vorig jaar, wordt gepest, soms zelfs ontslagen. Dat stelt de
Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie, die zopas een bezoek aan Honduras
heeft afgerond. De Hondurese regering beschuldigt de commissie van
partijdigheid. Volgens de Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie is nog
steeds geen efficiënt onderzoek gedaan om uit te zoen hoe mensen omgekomen zijn
tijdens en na de staatsgreep van 28 juni 2009, waarbij president Manuel Zelaya
werd afgezet. Dat leidt tot straffeloosheid en verzwakt de rechtstaat, zegt de
commissie.
"Bijzonder zorgwerkend zijn de pesterijen tegen rechters die deelnamen aan
activiteiten tegen de staatsgreep", stelt het rapport. "Het is
onaanvaardbaar dat mensen die belast zijn met de toepassing van justitie en
zich verzet hebben tegen het bankroet van de democratie, nu beschuldigd en
ontslagen worden omdat de ze de democratie verdedigen. De Commissie doet een
dringende oproep om deze situatie die de rechtstaat ernstig benadeelt, te
keren."
Hongerstaking
Drie rechters en een vrouwelijke magistraat van het Hof van Beroep in de
noordelijke stad San Pedro Sula werden begin mei ontslagen. Volgens justitie
hadden ze regels overtreden die magistraten verbieden om aan openbare of
politieke activiteiten deel te nemen.
De ontslagen magistraten hadden de Vereniging van Rechters voor de Democratie
opgericht, die voor een hoger democratisch gehalte in het gerechtelijke
apparaat pleit. Op 17 mei begonnen ze een hongerstaking uit protest tegen hun
ontslag.
De Commissie betreurde ook dat er nog geen grondig onderzoek is gebeurd naar de
oorzaak van de moord op zeven journalisten in de eerste drie maanden van dit
jaar. Volgens de Commissie heerst sindsdien een klimaat van onzekerheid bij de
pers. Ze kreeg informatie over nieuwe bedreigingen en pesterijen tegen
mensenrechtenactivisten, journalisten, gemeenschapsleiders, onderwijzers en
leden van het Nationaal Verzetsfront tegen de Staatsgreep.
Partijdig
De Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie, een instantie van de Organisatie
van Amerikaanse Staten (OAS), was van 15 tot 18 mei in Honduras, het tweede
bezoek in negen maanden. De leden van de missie had ontmoetingen met
staatsambtenaren, mensenrechtenactivisten, journalisten en leden van het
Nationaal Verzetsfront tegen de Staatsgreep.
De missie negeerde de vertegenwoordiger van de Nationaal Commissaris voor Mensenrechten
Ramón Custodio. Custudio beschuldigde de commissie van
"partijdigheid". Volgens hem diende de commissie de belangen van
"de as die wordt aangevoerd door de president van Venezuela, Hugo
Chávez".
Custodio zei aan de pers dat hij aan de Inter-Amerikaanse Commissie maatregelen
had gevraagd na de moorden op de journalisten, "maar ze hebben nooit
geantwoord." "Ze hebben het over de rechtstaat en de
institutionaliteit, maar ze zijn de eersten om ze te schenden door de Commissaris
niet te ontmoeten en zo niets te vernemen over de oorzaken, de klachten en de
onderzoeken die we gedaan hebben."
Ook politiewoordvoerder Leonel Sauceda noemde het rapport van de commissie
"subjectief". "We onderzoeken de zaken nauwgezet, we hebben zelfs
buitenlandse hulp gevraagd en zijn zeer open geweest met hen door details te
geven over de dood van de journalisten, ook al zijn die vertrouwelijk."
"Deze rapporten zijn nooit aangenaam, maar ze laten toe de staat, en
vooral de regering, erop te wijzen dat er voortdurend toezicht is en zal zijn
op het respect voor de mensenrechten", zegt Bertha Oliva, van het Platform
voor Mensenrechten, dat verscheidene niet-gouvernementele organisaties in
Honduras groepeert. Volgens het platform beschrijft het rapport van de
commissie de mensenrechtenschendingen in het land "redelijk goed". (Bron: IPS)