Door Mark Weisbrot - guardian.co.uk
Met een krimpende economie
in het afgelopen jaar (net als de overgrote meerderheid van de economieën op
het westelijk halfrond), een economische schade als gevolg van de elektriciteitstekorten
en de sterke daling van de binnenlandse munt in de parallelle markt, verschijnen
weer de verhalen over de economische ondergang van Venezuela.
In een nieuwsartikel, dat meer leest als een redactioneel commentaar, schrijft The Washington Post dat Venezuela “in de greep van een economische crisis is” en dat “jaren van overheidsinterventies in de economie nu hun brutale tol van het particuliere bedrijfsleven eisen”.
In een nieuwsartikel, dat meer leest als een redactioneel commentaar, schrijft The Washington Post dat Venezuela “in de greep van een economische crisis is” en dat “jaren van overheidsinterventies in de economie nu hun brutale tol van het particuliere bedrijfsleven eisen”.
Staatsschuld
Er is een belangrijk feit
dat bijna nooit vermeld wordt in nieuwsberichten over Venezuela, omdat het niet
past bij het verhaal van een land dat verkwistend de groei jaren heeft
doorgebracht en binnenkort, net zoals Griekenland, de rekening gepresenteerd
krijgt. Dat feit is de staatsschuld:
op dit moment ongeveer 20 procent van het bruto nationaal product (bnp).
Dit laat zien dat ondanks de verdrievoudiging
van de sociale uitgaven per hoofd van de
bevolking om de toegang tot gezondheidszorg en onderwijs te verhogen en miljarden
dollars die het land geleend heeft aan andere Latijns-Amerikaanse landen,
Venezuela ten tijde van de hoge olieprijzen haar schuldenlast heeft verminderd.
De staatsschuld van Venezuela
daalde van 47,5 procent van het bnp in 2003 tot 13,8
procent in 2008. In 2009, toen de economie kromp,
liep de staatsschuld op tot 19,9 procent van het bnp. Zelfs als we de schuld van de
staatsoliemaatschappij PDVSA er bij optellen, dan is de staatsschuld van
Venezuela slechts 26 procent van het BBP. Het buitenlandse deel van deze
schuld is minder dan de helft van het totaal.
Vergelijk dit met Griekenland, waar de staatsschuld 115 procent van het bnp is en naar huidige verwachting tot 149 procent zal stijgen in 2013. (De staatsschuld in de Europese Unie is gemiddeld ongeveer 79 procent)
Gezien de zeer lage Venezolaanse publieke en buitenlandse schuld, is het idee dat het land geconfronteerd wordt met een "economische crisis" gewoon fout. Met een olieprijs van ongeveer 80 dollar per vat, is Venezuela in staat een aanzienlijk overschot op de lopende rekening te creëren en heeft het een gezond niveau van de reserves. Bovendien kan de overheid wanneer nodig internationaal lenen. Vorige maand sloot het een overeenkomst met China voor de betaling van een voorschot van 20 miljard dollar voor toekomstige olieleveranties.
Vergelijk dit met Griekenland, waar de staatsschuld 115 procent van het bnp is en naar huidige verwachting tot 149 procent zal stijgen in 2013. (De staatsschuld in de Europese Unie is gemiddeld ongeveer 79 procent)
Gezien de zeer lage Venezolaanse publieke en buitenlandse schuld, is het idee dat het land geconfronteerd wordt met een "economische crisis" gewoon fout. Met een olieprijs van ongeveer 80 dollar per vat, is Venezuela in staat een aanzienlijk overschot op de lopende rekening te creëren en heeft het een gezond niveau van de reserves. Bovendien kan de overheid wanneer nodig internationaal lenen. Vorige maand sloot het een overeenkomst met China voor de betaling van een voorschot van 20 miljard dollar voor toekomstige olieleveranties.
Fiscaal beleid
Niettemin staat het land nog steeds voor belangrijke economische uitdagingen, waarvan sommige zijn verergerd door verkeerde macro-economisch keuzes. De economie kromp vorig jaar met 3,3 procent. De internationale media heeft moeite om dit te begrijpen, maar het probleem was dat de regering een te behoudend fiscaal beleid voerde: zij verlaagde de uitgaven toen de economie in een recessie gleed. Dit was een vergissing, maar hopelijk zal de regering dit snel herzien en haar geplande uitbreiding van de publieke investeringen dit jaar uitvoeren, met inbegrip van 6 miljard dollar voor de opwekking van elektriciteit.
De grootste lange termijn fout op economisch gebied echter was het vasthouden aan een overgewaardeerde wisselkoers. Hoewel de regering de munt in januari voor de meeste officiële deviezentransacties heeft gedevalueerd van 2,15 naar 4,3 ten opzichte van de dollar, is zij nog steeds overgewaardeerd. De koers op de parallelle of zwarte markt is meer dan zeven ten opzichte van de dollar.
Een overgewaardeerde munt, waardoor de import kunstmatig goedkoop wordt gehouden en de export duurder, is schadelijk voor de verhandelbare goederen van sectoren buiten de olie en verhindert een diversificatie van de economie, los van oliesector.
Niettemin staat het land nog steeds voor belangrijke economische uitdagingen, waarvan sommige zijn verergerd door verkeerde macro-economisch keuzes. De economie kromp vorig jaar met 3,3 procent. De internationale media heeft moeite om dit te begrijpen, maar het probleem was dat de regering een te behoudend fiscaal beleid voerde: zij verlaagde de uitgaven toen de economie in een recessie gleed. Dit was een vergissing, maar hopelijk zal de regering dit snel herzien en haar geplande uitbreiding van de publieke investeringen dit jaar uitvoeren, met inbegrip van 6 miljard dollar voor de opwekking van elektriciteit.
De grootste lange termijn fout op economisch gebied echter was het vasthouden aan een overgewaardeerde wisselkoers. Hoewel de regering de munt in januari voor de meeste officiële deviezentransacties heeft gedevalueerd van 2,15 naar 4,3 ten opzichte van de dollar, is zij nog steeds overgewaardeerd. De koers op de parallelle of zwarte markt is meer dan zeven ten opzichte van de dollar.
Een overgewaardeerde munt, waardoor de import kunstmatig goedkoop wordt gehouden en de export duurder, is schadelijk voor de verhandelbare goederen van sectoren buiten de olie en verhindert een diversificatie van de economie, los van oliesector.
Erger nog, de zeer hoge inflatie (28
procent ten opzichte van het vorig jaar en gemiddeld 21procent per jaar over de
afgelopen zeven jaar) maakt de munt in reële termen elk jaar meer
overgewaardeerd. (De pers heeft ook dit probleem niet
begrepen. De inflatie op zichzelf is te hoog, maar de belangrijkste schade voor
de economie is niet zozeer de prijsverhogingen zelf, maar dat het leidt tot een
verhoging van de overwaardering van de reële wisselkoers.)
Eigen monetair beleid
Eigen monetair beleid
Maar Venezuela is niet in de situatie van
Griekenland, of zelfs Portugal, Ierland of Spanje. Of Letland of Estland. De eerste vier landen zitten met
een overgewaardeerde munt - voor hen de euro – waar uitvoering van een procyclisch
begrotingsbeleid (bijvoorbeeld vermindering van de schuld) de recessie verdiept
en/of hun herstel vertraagt. Ze hebben geen controle over het
monetaire beleid, dat berust bij de Europese Centrale Bank. De laatste twee landen bevinden zich
in een soortgelijke situatie, zolang ze hun munt aan de euro gekoppeld houden.
Zij gingen de afgelopen twee jaar zes tot acht keer meer achteruit dan
Venezuela.
Venezuela echter controleert haar eigen wisselkoers en monetaire en fiscale beleid. Het kan van een expansief budgettair en monetair beleid gebruik maken om de economie te stimuleren en ook het wisselkoersbeleid, door de munt te laten zweven. Een beheerst laten zweven, waarbij de overheid niet bindt aan een vastgestelde wisselkoers, maar intervenieert wanneer dat nodig is om de stabiliteit van de wisselkoers te behouden, zou veel beter bij de Venezolaanse economie passen dan de huidige vaste koers. De overheid kan het beheer van de wisselkoers op een concurrerend niveau houden en niet zoveel dollars hoeven spenderen, zoals momenteel het geval is, om te proberen de kloof tussen de parallelle en de officiële koers te verkleinen. Hoewel er (zoals gebruikelijk overdreven) voorspellingen waren dat met de meest recente devaluatie de inflatie zou omhoogschieten, gebeurde dit niet. Misschien omdat de meeste buitenlandse valuta transacties toch al plaatsvinden via de parallelle markt.
Venezuela echter controleert haar eigen wisselkoers en monetaire en fiscale beleid. Het kan van een expansief budgettair en monetair beleid gebruik maken om de economie te stimuleren en ook het wisselkoersbeleid, door de munt te laten zweven. Een beheerst laten zweven, waarbij de overheid niet bindt aan een vastgestelde wisselkoers, maar intervenieert wanneer dat nodig is om de stabiliteit van de wisselkoers te behouden, zou veel beter bij de Venezolaanse economie passen dan de huidige vaste koers. De overheid kan het beheer van de wisselkoers op een concurrerend niveau houden en niet zoveel dollars hoeven spenderen, zoals momenteel het geval is, om te proberen de kloof tussen de parallelle en de officiële koers te verkleinen. Hoewel er (zoals gebruikelijk overdreven) voorspellingen waren dat met de meest recente devaluatie de inflatie zou omhoogschieten, gebeurde dit niet. Misschien omdat de meeste buitenlandse valuta transacties toch al plaatsvinden via de parallelle markt.
Venezuela is een goede positie om de
huidige macro-economische problemen op te lossen en een robuuste economische
expansie voort te zetten, die zij van 2003-2008 had. Het land wordt niet
geconfronteerd met een crisis, maar staat eerder voor een politieke keuze.
(Bron: venezuelanalysis.com)