Ontwikkelingslanden eisen meer inspraak bij verdeling GEF-miljarden
De Uruguayaanse vicepresident Danilo Astori (Foto: IPS)
De ontwikkelingslanden eisen een betere
vertegenwoordiging in de bestuursorganen van de Global Environment Facility
(GEF), de grootste financier van milieuprojecten in de wereld. Op die manier
kunnen hun belangen, en niet die van de rijke landen, gaan doorwegen bij het
verdelen van de middelen. In de
Uruguayaanse badplaats Punta del Este loopt nog tot eind deze week een
vijfdaagse algemene vergadering van de GEF. De donorlanden willen de komende
vier jaar 4,25 miljard dollar (3,5 miljard euro) in het fonds pompen. Met dat
geld worden onder meer projecten gefinancierd tegen de opwarming van de aarde
en de vermindering van de natuurlijke rijkdom in arme landen. In Uruguay worden
nu de prioriteiten vastgelegd voor de besteding van die nieuwe miljarden.
Evenwicht
"We hebben een mechanisme nodig om tot een meer evenwichtige verdeling van
de middelen te komen", zegt de Cubaanse vertegenwoordiger Jorge Luis
Fernández. "Nu wordt er vooral gekeken naar de belangen van rijke landen,
terwijl de GEF geen oplossingen financiert voor onze problemen op het vlak van
armoede en onderwijs."
De GEF werd in 1991 opgezet door de Wereldbank. 181 landen maken er deel van
uit. De ontwikkelingslanden zijn veruit in de meerderheid in de Algemene
Vergadering, maar in de 32-koppige bestuursraad hebben ze maar 16
vertegenwoordigers. Twee zetels zijn er voor de transitielanden, 14 zetels zijn
voorbehouden voor de donorlanden. De Raad komt twee keer per jaar samen en
treft alle concrete beslissingen over de financiering van projecten. De
Guatemalaanse onderminister voor Natuurlijke Hulpbronnen, Enma Díaz,
argumenteert dat meer inspraak van de ontvangende landen tot beter beheer zal
leiden.
De critici willen onder meer dat de GEF zijn Programma voor Kleine Subsidies
(SGP) uitbreidt. Via een netwerk van meer dan vierhonderd niet-gouvernementele
organisaties kanaliseert de GEF met dat instrument iets minder dan één procent
van zijn budget naar kleine projecten. "Het SGP is het beste programma van
de GEF, maar het krijgt het minste geld", klaagt Fernández. Woordvoerders
van de GEF werpen op dat het budget van het SGP is opgetrokken van 110 tot 220
miljoen dollar (van 89 tot 179 miljoen euro).
Niet-gouvernementele organisaties riepen maandag, bij de opening van de
conferentie, de GEF op minder bureaucratisch te werk te gaan. Milieu- en
ontwikkelingsorganisaties vinden ook dat het fonds de komende vier jaar
minstens 10 miljard dollar (8 miljard euro) zou moeten kunnen verdelen. Ze
eisen ook inspraak in de uitwerking van projecten. (Bron: IPS)