De economische crisis zorgt ervoor dat er in 2015
nog ongeveer 53 miljoen mensen meer extreem arm zullen zijn dan wanneer de
wereldeconomie goed was blijven draaien. Dat staat in een rapport dat de
Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) vrijdag (23 april) hebben
gepresenteerd. Voor de Wereldbank is iemand extreem arm als hij of zij
hoogstens 1,25 dollar (93 eurocent) per dag kan besteden. Het rapport
bekijkt de perspectieven voor de Millenniumdoelen, acht belangrijke
ontwikkelingsdoelstellingen die de internationale gemeenschap tegen 2015 wil
waarmaken. Zo moet tegen dan bijvoorbeeld het aantal extreem armen in de wereld
gehalveerd zijn. Dat lukt nu door de crisis net niet, zeggen het IMF en de
Wereldbank. Tegen 2015 zullen er waarschijnlijk nog 920 miljoen mensen moeten
rondkomen met 1,25 dollar of minder per dag; in 1990 waren dat er 1,8 miljard.
Honger
Ook de halvering van het aantal mensen dat honger lijdt tegen 2015 lijkt steeds
minder haalbaar. Dat heeft te maken met de crisis, maar ook met de forse
stijging van de voedselprijzen in 2008. Dergelijke schokken hebben grote
gevolgen in arme landen omdat veel mensen er weinig reserves hebben en vaak ook
niet op uitkeringen kunnen rekenen.
Veel ontwikkelingslanden hebben de crisis gelukkig al grotendeels achter zich
gelaten. Volgens het rapport zullen ze dit jaar een economische groei van
gemiddeld 6,3 procent kennen, heel wat beter dan de 2,4 procent van het
voorbije jaar.
Toch heeft de korte recessie schrijnende gevolgen. De Wereldbank voorspelt dat
de crisis tussen 2009 en 2015 indirect aan 1,2 miljoen kinderen jonger dan vijf
het leven zal kosten. Honderdduizenden kinderen zullen er niet in slagen de
lagere school af te maken en miljoenen zullen verstoken blijven van zuiver
water.
Hulp
De Wereldbank en het IMF waarschuwen dat veel ontwikkelingslanden extra hulp
nodig zullen hebben. Ze hebben de geldkraan immers opengedraaid om de binnenlandse
vraag overeind te houden en arme burgers bijstand te kunnen leveren. Daardoor
is hun schuldenlast toegenomen. Extra ontwikkelingshulp en schuldkwijtschelding
zouden dus op hun plaats zijn. De Wereldbank en andere ontwikkelingsbanken
hebben sinds het beging van de crisis al meer dan 150 miljard dollar (112
miljard euro) toegezegd aan ontwikkelingslanden, en het IMF heeft 175 miljard
dollar (131 miljard euro) ter beschikking gesteld. Maar veel donorlanden maken
volgens het rapport hun eerdere financiële beloften niet waar. De landen van de
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) gaven in 2009
wel 0,7 procent meer uit aan ontwikkelingshulp dan in 2008, maar ze hadden nog
veel meer in het vooruitzicht gesteld, vooral voor Afrika. (Bron: IPS)