donderdag 4 november 2010

Honduras moet zich verantwoorden in VN-Mensenrechtenraad

Honduras moet zich vandaag (4 november) verantwoorden voor de VN-Mensenrechtenraad in Genève over mensenrechtenschendingen voor, tijdens en na de staatsgreep van 28 juni 2009. Er zijn sinds de coup meer dan vierduizend schendingen geregistreerd.
 
De Hondurese delegatie is gematigd optimistisch maar ze is zich ervan bewust dat "er nog veel zaken op te lossen zijn", zoals María Antonieta Bográn, ondervoorzitter van de delegatie, het uitdrukte. "We staan aan het begin van een traject en dat is wat we gaan uiteenzetten."
De VN-Mensenrechtenraad, die uit 47 lidstaten bestaat, ziet toe op de naleving van de internationale mensenrechtenverdragen. In het zogeheten Universeel Periodiek Onderzoek, dat in 2006  werd ingesteld, neemt de raad om de vier jaar de mensenrechtensituatie van elke VN-lidstaat onder de loep. Het onderzochte land krijgt de kans te zeggen wat het heeft ondernomen om de mensenrechtensituatie te verbeteren.  Vandaag is Honduras aan de beurt.

Duizenden schendingen
De Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie, een instelling van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), heeft sinds de staatsgreep meer dan vierduizend schendingen van fundamentele rechten geregistreerd, gaande van mediacensuur over repressie tegen manifestanten tot foltering en verkrachting. Volgens de commissie zijn ook zeven mensen om politieke redenen omgekomen.
Honderden doden
De organisaties in het Platform voor Mensenrechten in Honduras hebben het over "honderden" doden en stellen dat de mensenrechten al meer dan duizend maal met de voeten zijn getreden in de eerste tien maanden dat rechtse president Porfirio Lobo aan de macht is.
De verwachting is dat de Hondurese delegatie specificeert welke maatregelen de overheid neemt om een einde te stellen aan de mensenrechtenschendingen en om de verantwoordelijken van de staatsgreep te straffen.
De schorsing van Honduras in de Organisatie van Amerikaanse Staten, een schorsing die inging na de staatsgreep, is nog steeds niet ongedaan gemaakt. De regering van Porfirio Lobo wordt bovendien niet erkend door landen als Argentinië, Brazilië, Bolivia, Ecuador, Venezuela en Uruguay.
Bij de staatsgreep op 28 juni vorig jaar werd de linkse president Manuel Zelaya door militairen het land uitgezet. Hij werd eerst opgevolgd door interimpresident Roberto Micheletti, na nieuwe verkiezingen kwam Porfirio Lobo van de rechtse Nationale Partij aan de macht. (Bron: IPS)