Honduras moet zich vandaag (4 november) verantwoorden
voor de VN-Mensenrechtenraad in Genève over mensenrechtenschendingen voor,
tijdens en na de staatsgreep van 28 juni 2009. Er zijn sinds de coup meer dan
vierduizend schendingen geregistreerd.
De Hondurese delegatie is gematigd optimistisch maar ze
is zich ervan bewust dat "er nog veel zaken op te lossen zijn", zoals
María Antonieta Bográn, ondervoorzitter van de delegatie, het uitdrukte.
"We staan aan het begin van een traject en dat is wat we gaan
uiteenzetten."
De VN-Mensenrechtenraad, die uit 47 lidstaten bestaat,
ziet toe op de naleving van de internationale mensenrechtenverdragen. In het
zogeheten Universeel Periodiek Onderzoek, dat in 2006 werd ingesteld,
neemt de raad om de vier jaar de mensenrechtensituatie van elke VN-lidstaat
onder de loep. Het onderzochte land krijgt de kans te zeggen wat het heeft
ondernomen om de mensenrechtensituatie te verbeteren. Vandaag is Honduras
aan de beurt.
Duizenden schendingen
De Inter-Amerikaanse Mensenrechtencommissie, een
instelling van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), heeft sinds de
staatsgreep meer dan vierduizend schendingen van fundamentele rechten
geregistreerd, gaande van mediacensuur over repressie tegen manifestanten tot
foltering en verkrachting. Volgens de commissie zijn ook zeven mensen om
politieke redenen omgekomen.
Honderden doden
De organisaties in het Platform voor Mensenrechten in
Honduras hebben het over "honderden" doden en stellen dat de mensenrechten
al meer dan duizend maal met de voeten zijn getreden in de eerste tien maanden
dat rechtse president Porfirio Lobo aan de macht is.
De verwachting is dat de Hondurese delegatie specificeert
welke maatregelen de overheid neemt om een einde te stellen aan de
mensenrechtenschendingen en om de verantwoordelijken van de staatsgreep te
straffen.
De schorsing van Honduras in de Organisatie van
Amerikaanse Staten, een schorsing die inging na de staatsgreep, is nog steeds
niet ongedaan gemaakt. De regering van Porfirio Lobo wordt bovendien niet
erkend door landen als Argentinië, Brazilië, Bolivia, Ecuador, Venezuela en
Uruguay.
Bij de staatsgreep op 28 juni vorig jaar werd de linkse
president Manuel Zelaya door militairen het land uitgezet. Hij werd eerst
opgevolgd door interimpresident Roberto Micheletti, na nieuwe verkiezingen kwam
Porfirio Lobo van de rechtse Nationale Partij aan de macht. (Bron: IPS)