Er is géén dreigende voedselcrisis, concludeerden
internationale voedselexperts onlangs opgelucht. Maar landbouwhoogleraar
Jan-Douwe van der Ploeg ergert zich aan dat makkelijke denken. "Er is een
permanente voedselcrisis en ook een crisis in de landbouw." Volgens hem is
dat te wijten aan de internationale voedselimperia.
"Bijna een miljard mensen hebben honger en nog eens
een miljard zijn chronisch ondervoed, terwijl een miljard mensen overgewicht
hebben", zegt Van der Ploeg, hoogleraar landbouwsociologie in Wageningen.
"Er is bovendien een ernstige landbouwcrisis. Voor consumenten wordt
voedsel duurder, maar boeren hebben steeds meer te lijden onder lage en
onzekere inkomsten."
Waar gaat het verschil heen? "Naar
voedselimperia", zegt Van der Ploeg. "De industriële
handelsconglomeraten, zoals Ahold, Nestle en Cargill domineren steeds sterker
de productie, verwerking, distributie en verkoop van voedsel. Ze knijpen
welvaart uit landbouw. In dit regime leiden kleine onevenwichtigheden tot grote
fluctuaties."
Asperges uit Peru
Imperia zijn machtig omdat ze de netwerken controleren.
"Zowel boeren als consumenten zijn afhankelijk van hun ingangen en
uitgangen en hun prijzen. Regeringen krijgen op hun kop als ze de handel
verstoren, maar de imperia verstoren zelf de markt. Als het in dit regime
financieel gunstig is om asperges te telen in Peru, zoals nu gebeurt, dan
gebeurt dat. Ook al is het gebied daar eigenlijk veel te droog voor en kost het
kostbaar water dat daardoor niet meer beschikbaar voor de lokale
landbouw."
Import uit arme landen hoeft niet verkeerd te zijn, vindt
Anoesjka Aspeslagh, woordvoerster van Albert Heijn. "Onze vraag zorgt voor
banen en inkomen in West-Afrika, bijvoorbeeld. We hebben veel aandacht voor de
arbeidsomstandigheden, samen met producenten." Ze herkent het beeld van
Van der Ploeg niet. "We zijn niet oppermachtig, we zijn net zo goed
afhankelijk van de markt. Daarom doen we alles in nauwe samenspraak met
producenten."
"Toch zijn de supermarkten de laatste tijd veel
machtiger geworden dan de andere imperia", zegt Myriam Vander Stichele,
senior onderzoeker van Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen.
"Zelfs de grote bananenhandelaren moeten hun lage prijzen en kortetermijncontracten
tegenwoordig accepteren. Bovendien gaan supermarkten steeds meer de taken van
producenten overnemen, waardoor ze nog sterker worden."
Kwetsbaar
Het regime van voedselimperia stimuleert de
schaalvergroting en industrialisatie van de landbouw, want er is een constante
en voorspelbare aanvoer nodig. "De industriële landbouwbedrijven zijn vaak
echter veel minder productief dan de boerenbedrijven die ze hebben
vervangen", zegt Van der Ploeg. "Bovendien zijn ze met hun schulden
uiterst kwetsbaar voor economische schokken. Ze zijn afhankelijk van
stabiliteit, expansie en goedkoop geld - net als de imperia zelf. Als die
voorwaarden verdwijnen, gaan ze failliet. Dat zou nu kunnen gebeuren."
Volgens Van der Ploeg is het maar goed dat de
boerenlandbouw weer in opkomst is, in tegenstelling tot de industriële
landbouw. "Agrariërs zoeken steeds meer naar een geïntegreerde,
multifunctionele vorm van landbouw, die minder afhankelijk is van kunstmatige
grondstoffen." Niet alleen in West-Europa, waar dit al miljarden euro aan
toegevoegde waarde genereert, maar ook in een land als Brazilië. "Terwijl
sommige bedrijven alsmaar groter worden, is de afgelopen acht jaar het aantal
kleine boerderijen toegenomen van 3,6 tot 4,2 miljoen."
Dit is een belangrijke onderstroom, volgens Van der
Ploeg, want de voedselimperia hebben geen toekomst. "Ze ondermijnen met
hun kortetermijnbelangen de landbouw die ze nodig hebben. Uiteindelijk zullen
ze instorten." (Bron: IPS)