vrijdag 19 november 2010

Veel meer vrouwen in nieuwe Braziliaanse regering

Bijna een derde van de nieuwe Braziliaanse regering zal uit vrouwen bestaan. Waarnemers verwachten dat gendergelijkheid hoog op de agenda zal belanden bij Dilma Rousseff, die op 1 januari Luiz Inácio Lula da Silva opvolgt als president.
Van de 24 leden in Lula's regering waren er nauwelijks drie vrouwen. Rousseff, die straks de eerste vrouwelijke president van Brazilië wordt, kondigde aan dat ze dat gevoelig wil optrekken, tot 30 procent van het totale aantal ministers.
Dilma Rousseff behoort net als Lula tot de linkse Arbeiderspartij (PT) en was de laatste acht jaar Lula's rechterhand.

Rousseffs aankondiging wordt als een gunstig signaal gezien. Het heeft "een belangrijke symbolische waarde", zegt politicologe Teresa Sacchet van de Universiteit van Sao Paulo, onder meer omdat het andere vrouwen stimuleert om in de politiek te stappen. Het zou ook "een zeer belangrijk gebaar zijn dat een vrouwelijke president zich met vrouwenkwesties bezighoudt."

Hoofdrol
Bij de laatste presidentsverkiezingen speelden vrouwen een hoofdrol. Niet alleen vertegenwoordigden ze 51,7 procent van het electoraat, in de eerste ronde, op 3 oktober, bezetten twee vrouwelijke kandidaten, Rousseff en Marina Silva, de eerste en derde plaats, met respectievelijk 47 en 20 procent van de stemmen.
In Brazilië zitten te weinig vrouwen in de politiek, zegt Beatriz Galli van de Braziliaanse afdeling van IPAS, een internationale organisatie die opkomt voor reproductieve rechten van vrouwen. "De gendergelijkheid moet beginnen bij de participatie van vrouwen aan het hoogste regeringsniveau."

Niet makkelijk
Volgens de Braziliaanse media heeft Rousseff het niet makkelijk om vrouwelijke ministers te vinden. Ze vroeg het al aan het verschillende parlementsleden, maar de regeringscoalitie wil niet dat die hun zetel opgeven, anders verzwakt ze haar aanwezigheid in het parlement.
Het fundamentele probleem ligt bij de politieke partijen zelf, zegt Teresa Sacchet. De kieswet zegt dat 30 procent van de kandidaten vrouwen moeten zijn, maar daar is men nog ver vandaan, ook al heeft men de laatste vijftien jaar enige vooruitgang geboekt.
In 1994, voordat het quotum werd ingevoerd, vertegenwoordigden vrouwen slechts 6,4 procent van de kandidaten voor het federale parlement en 7,3 procent voor de deelstaatparlementen. Bij de laatste parlementsverkiezingen, die samenvielen met de presidentsverkiezingen, vertegenwoordigden de vrouwen respectievelijk 12,9 en 14,5 procent van de kandidaten. (Bron: IPS)