Gregorio Santos (Foto: Yahoo)
Mijnbouwbedrijven in Peru reageren knarsetandend op de
verkiezingsoverwinning van Gregorio Santos, een van hun felste tegenstanders in
de mijnbouwregio Cajamarca. Ze vrezen dat investeerders zullen wegblijven als
de streek een linkse regering krijgt. Van de stemmen die bij de regionale
verkiezingen op 3 oktober werden uitgebracht, is in Cajamarca inmiddels bijna
97 procent geteld. Van de kandidaten voor het voorzitterschap voor de regionale
regering heeft Santos voorlopig 31 procent van de stemmen achter zijn naam;
zijn naaste concurrente, Beltina González, maar 12,8 procent. Als Santos hoger
dan 30 procent scoort, is er geen tweede ronde nodig.
Communist
"Dat is heel slecht nieuws", zegt Hans Flury,
voorzitter van het machtige ondernemersverband SNMPE. "Santos staat bekend
als een tegenstander van de mijnbouw. En hij is een overtuigde communist."
Santos is de leider van de Beweging van Sociale Bevestiging (MAS), een partij
die sociale bewegingen, boerenorganisaties en actiegroepen verenigt en onder
meer ook onderdak biedt aan de Peruaanse communisten. Volgens Flury is Santos
ook lid van die communistische partij, Patria Roja.
Santos is een van de volksleiders die de afgelopen jaren
in Cajamarca het verzet organiseerden tegen mijnbouwprojecten die niet op
instemming van de plaatselijke bevolking konden rekenen. Wettelijk gezien
kunnen mijnbouwbedrijven maar aan de slag als ze het akkoord hebben van de
omwonenden, maar de regering in Lima is daar heel soepel in om geen
investeerders af te schrikken. Daardoor komt het vaak tot plaatselijke
conflicten.
"Als de bedrijven de wet respecteren, moeten ze geen
angst hebben", zegt Santos. "De mensen hebben voor ons gestemd omdat
ze erop vertrouwen dat we hun belangen zullen doen respecteren. Als dat niet zo
was, hadden ze wel gestemd voor de kandidaten die aan de kant van de
mijnbouwbedrijven staan."
Yanacocha
Cajamarca is onder meer bekend door de Yanacocha-ader, de
grootste goudader in heel Zuid-Amerika. Dat goud wordt vooral bovengehaald door
het Amerikaanse Newmont Mining Corporation, dat al verwikkeld was in talloze
conflicten met de mensen die in de omgeving van haar mijnen leven.
Het kwam onder meer tot hevige protesten tegen plannen
die Newmont in 2004 bekend maakte om de rijke goudvoorraden onder de Quilish te
exploiteren, een heuvel in de buurt van de stad Cajamarca,. De omwonenden
maakten zich zorgen dat de mijnbouwactiviteiten de waterlopen in de streek
zouden vervuilen. Santos was één van de leiders van het protest. Uiteindelijk
moest Newmont de plannen afblazen.
Naast Newmont zijn ook andere grote mijnbouwbedrijven als
het Zuid-Afrikaanse Gold Fields en het Britse Anglo American Michiquillay
actief in Cajamarca. De Peruaanse grondstoffenregio's worden wel degelijk beter
van al de mijnbouwactiviteiten op hun territorium. Via een nationaal mechanisme
dat de opbrengsten van licenties en belastingen in de mijnbouwsector verdeelt,
kreeg Cajamarca de voorbije jaren tot 82 miljoen euro per jaar. "Maar de
verdeling van die middelen gebeurt slecht en het geld komt niet ten goede van
de bevolking", zegt Santos. De armoede in de regio blijft heel groot.
"Er is ook geen capaciteit om veel met dat geld te doen. Het probleem is
dat alles in Cajamarca draait om wat de mijnbouwbedrijven doen of laten. Maar
daar zal gauw een einde aan komen."
"We zijn voor investeringen in de mijnbouw, maar dan
zonder de bevolking te vertrappen en het milieu te vervuilen, en met respect
voor de plaatselijke boeren", zegt Santos. (Bron: IPS)